Hier leest u over het proces van de gehoorscreening en de taken en handelingen van de OAE-screener in de eerste screeningsronde.
Direct naar:
- Bijzondere situaties: vooraf
- Het voorgesprek
- De uitvoering van de OAE-screening
- Het nagesprek
- Datacommunicatie
- Gesprekshulp OAE-screening.
Bijzondere situaties: vooraf
- Kind is niet te traceren
Als het kind niet te traceren is wordt dit geregistreerd in het screeningsapparaat.
- Kind heeft afwijking aan een of beide oren
Als een kind een afwijking heeft aan één of beide oren, waardoor één of beide oren niet gescreend kan/kunnen worden, dan schakelt de screener de regiocoördinator in. De regiocoördinator probeert of dit met de AABR-methode wel mogelijk is. Lukt dit niet dan verwijst de regiocoördinator het kind naar het Audiologisch Centrum.
- Screeningsprotocollen in bijzondere situaties
Zie ook Screeningsprotocollen in bijzondere situaties voor die kinderen voor wie de reguliere gehoorscreening niet mogelijk of toereikend is.
Het voorgesprek
De screener vraagt de ouders of deze de folder ‘Hielprik en gehoortest bij pasgeborenen’ hebben ontvangen en gelezen, en of er nog vragen zijn. Als de ouders aangeven de informatie niet te hebben ontvangen, reikt de screener de folder alsnog uit.
De screener legt zo nodig nog eens uit:
- dat alle pasgeborenen de gehoorscreening krijgen aangeboden; dat dit belangrijk is omdat een goed gehoor belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind. Met de gehoortest kan een eventuele afwijking aan het gehoor vroegtijdig worden ontdekt. Dan kan de behandeling ook vroeg beginnen, in ieder geval voordat de baby een half jaar oud is. Uit onderzoek is gebleken dat dit een gunstig effect heeft op de taal- en spraakontwikkeling;
- dat de ouders een vrije keuze hebben om het kind al dan niet deel te laten nemen aan de screening (onderzoek )
Vervolgens vraagt de screener de ouders om toestemming voor de uitvoering van de gehoorscreening.
Als de ouders geen toestemming geven, dan wordt dit geregistreerd in het screeningsapparaat.
Wanneer toestemming gegeven wordt, dan informeert de screener of het kind vanwege kind-redenen in het ziekenhuis heeft gelegen. Zo ja, dan informeert de screener naar de reden hiervan. Vervolgens wordt de checklist van het Ziekenhuisprotocol afgenomen
Indien de ouder één of meer vragen uit de checklist met ja beantwoordt dan neemt de screener contact op met de regiocoördinator. Is het kind al verwezen voor gehooronderzoek naar het Audiologisch Centrum, dan hoeft geen gehoorscreening meer plaats te vinden. De screener meldt dit aan de regiocoördinator die dit aantekent in het NIS (Neonatale Gehoorscreeningsinformatiesysteem ).
Zo nee, dan legt de screener het volgende uit:
- er wordt een zacht dopje in het oor van het kind gedaan;
- via dit dopje worden zachte geluiden aan het oor aangeboden;
- wanneer een oor voldoende functioneert, dan maakt het zelf als reactie op het geluid een geluidje terug (zie ook Hoe aantonen?);
- dit geluidje wordt via het microfoontje in het dopje opgevangen en door het apparaat beoordeeld;
- als de meting klaar is stopt het apparaat automatisch en wordt de uitslag gegeven;
- tijdens de meting moet het zo stil mogelijk zijn, het apparaat is gevoelig voor omgevingsgeluiden.
De uitvoering van de OAE-screening
De OAE-screening wordt uitgevoerd volgens de gebruikershandleiding die bij het apparaat geleverd wordt. Dit geldt ook voor de daarin opgenomen veiligheids- en onderhoudsvoorschriften, controlemomenten van de apparatuur en kalibratie.
Als er tijdens een screeningssessie aan een oor goede emissies worden gemeten (er verschijnt ‘pass’ op de display) dan is de uitslag ‘voldoende’. Er wordt dan niet verder gemeten aan dit oor. Verschijnt een ‘refer’ op de display, dan kan de meting nog tweemaal volgens protocol worden herhaald tot in totaal driemaal een onvoldoende resultaat (refer) is geregistreerd.
Het is belangrijk om de testomstandigheden te optimaliseren, zeker wanneer niet meteen een ‘pass’ geregistreerd wordt. Na driemaal ‘refer’ aan een oor kan worden geconcludeerd dat geen voldoende gehoor kon worden aangetoond aan het betreffende oor. De uitslag van de screeningsronde is wat betreft dit oor dan onvoldoende (zie voor een toelichting Wat wordt wel en niet opgespoord?).
Het aantal afgebroken meetpogingen dient te worden beperkt tot maximaal drie aan één oor. Eventuele bijzonderheden over een kind dienen te worden ingevoerd in het screeningsapparaat. Dit geldt ook voor eventuele afwijkingen van het protocol, bijvoorbeeld waarom gestopt is met meten na tweemaal een ‘refer’. Ook als een kind direct verwezen wordt naar het AC (abdominal circumference ) wordt dit vastgelegd in het screeningsapparaat en gecommuniceerd naar het NIS.
Het nagesprek
De screener geeft de ouders de volgende informatie:
- de uitslag van de gehoortest is aan beide oren voldoende;
- dit betekent dat het gehoor van het kind op dat moment vrijwel zeker voldoende functioneert;
- het is echter belangrijk dat de ouders op het gehoor van het kind blijven letten;
- heel soms ontwikkelt slechthorendheid zich namelijk pas op een later tijdstip;
- als de ouders twijfelen aan het gehoor van hun kind, dan moeten ze hierover contact opnemen met hun huisarts of met de jeugdarts.
De screener geeft de ouders de volgende informatie:
- de uitslag van de gehoortest is aan één oor voldoende;
- dit betekent dat het gehoor van het kind op dat moment vrijwel zeker voldoende functioneert;
- aan het andere oor kon nog geen voldoende gehoor worden aangetoond;
- mogelijke oorzaken hiervan kunnen zijn: een blijvend gehoorverlies, vocht achter het trommelvlies, omgevingsgeluiden, oorsmeer of onrust van de baby;
- het is op dat moment niet duidelijk wat er aan de hand is;
- er zal daarom een tweede gehoortest plaatsvinden;
- binnen een week wordt contact opgenomen voor een afspraak.
De screener geeft de ouders dezelfde informatie als bij één oor voldoende, één oor onvoldoende maar spreekt nu over een onvoldoende gehoor aan beide oren.
Datacommunicatie
Tijdens de datacommunicatie van het screeningsapparaat met het neonatale gehoorscreeningsinformatiesysteem (NIS) worden de meetgegevens ingelezen in het NIS.
Gesprekshulp OAE-screening
Er is een gesprekshulp beschikbaar voor het gesprek met de ouders bij de OAE-screening. Er is ook een Engelse vertaling beschikbaar. De gesprekshulpen in het Nederlands kunnen ook besteld worden via de webshop.