Hier leest u over de kwaliteitseisen voor de opleidingsorganisatie die de opleiding tot screener en regiocoördinator aanbiedt.

Direct naar

 

Kwaliteitseisen opleidingsorganisatie

De opleiding van OAE- en AABR-screeners bestaat uit twee delen:

  1. een trainingsdag (verwerven theoretische kennis, aanleren uitvoering screening onderzoek (onderzoek ) volgens protocol) en
  2. een training ‘on the job’ die afgesloten wordt met een beoordeling met betrekking tot de autorisatie.

Aan beide onderdelen worden kwaliteitseisen gesteld.

 

Deel 1: Het theoretisch deel en het aanleren uitvoering screening volgens protocol

De organisatie(s) die de opleiding tot OAE- en AABR-screener aanbiedt dient:

  • scholing, kennisontwikkeling en kennisdeling als kernonderdeel binnen de organisatie aangemerkt te hebben;
  • wettelijk erkende en geaccrediteerde opleidingen aan te bieden, over relevante certificering te beschikken of een kwaliteitskeurmerk voor scholing/onderwijs te hebben, bijv. CRKBO erkenning (Centraal Register Kort Beroepsonderwijs), en daar regelmatig op getoetst te worden;
  • over deskundigheid te beschikken op het gebied van slechthorendheid bij het jonge kind;
  • jaarlijks overleg te voeren met het RIVM-CvB Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek ) over de inhoud van de scholing waarbij (i) nieuwe ontwikkelingen, (ii) evaluaties van de gegeven opleidingen in het afgelopen jaar, en (iii) eventuele knelpunten worden besproken;
  • de opleidingen tot OAE- en AABR-screener als onderdeel van het reguliere scholingsaanbod te hebben;
  • een landelijk bereik te hebben;
  • indien er sprake is van meerdere opleidingsorganisaties, onderling afstemming te zoeken met betrekking tot de invulling van het theoretische deel van de opleiding. Het RIVM-CvB moet hierover worden geïnformeerd.

Aan de training voor OAE- en AABR-screening zijn kwaliteitseisen opgesteld voor het curriculum dat aangeboden dient te worden. Dit dient uit de volgende onderdelen te bestaan:

Gehoor en slechthorendheid

  1. Anatomie en fysiologie van het gehoororgaan.
  2. Perceptieve en conductieve slechthorendheid.
  3. Gevolgen van perceptieve en conductieve slechthorendheid in verschillende mate van ernst op het dagelijks functioneren van een kind .
  4. Gevolgen van een permanent gehoorverlies aan één of beide oren voor de ontwikkeling van een kind (in grote lijnen).
  5. Mogelijkheden van behandeling van de verschillende vormen van slechthorendheid (op hoofdlijnen).

Screening en screeningsmethodes

  1. Inzicht hebben in het basisprincipe van de OAE- en AABR-screeningsmethodes.
  2. Het basisprincipe van screening.
  3. De handleiding van de screeningsapparatuur.
  4. Het aanleren van de uitvoering van de screening.
  5. De gespreksvoering met de ouders.
  6. In geval van de AABR-screening: voeren van een slecht nieuwsgesprek.

Draaiboek, ondersteunend materiaal

  1. Het Draaiboek neonatale na de geboorte (na de geboorte ) gehoorscreening JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg).
  2. Het ondersteunend materiaal voor screeners en regiocoördinatoren (de gesprekshulpen OAE- en AABR-screening, het ziekenhuisprotocol, de samenvatting van het Draaiboek).

Het voorlichtingsmateriaal

Het voorlichtingsmateriaal voor publiek: folders en vertalingen, website voor publiek en professionals, producten voor laag geletterden met vertalingen, animaties.

 

Deel 2: De training on the job en beoordeling vaardigheden

De training ‘on the job’ voor kandidaat-OAE-screeners wordt uitgevoerd door de regiocoördinator. De beoordeling van de vaardigheden verricht de regiocoördinator die de OAE-screener ook kan autoriseren. De training ‘on the job’ voor kandidaat-AABR-screeners wordt uitgevoerd door een landelijke AABR-trainer. De beoordeling van de vaardigheden verricht de trainer van de AABR-screeners.

Deskundigheid trainer on the job: de OAE-screening

De regiocoördinator

  • dient de procedure voor de uitvoering van de OAE-screening tot op detailniveau te beheersen;
  • dient de inhoud van de gesprekshulp OAE-screening tot op detailniveau te beheersen;
  • dient bekend te zijn met de passages in het Draaiboek die betrekking hebben op de organisatie en uitvoering van de neonatale gehoorscreening;
  • dient in staat te zijn om een situatie goed te kunnen observeren;
  • dient vaardig te zijn in het geven van feedback.

Deskundigheid trainer on the job: de AABR-screening

Een landelijke AABR-screener

  • dient de procedure voor de uitvoering van de AABR-screening tot op detailniveau te beheersen;
  • dient de inhoud van de gesprekshulp AABR-screening tot op detailniveau te beheersen;
  • dient vaardig te zijn in het voeren van slecht nieuwsgesprekken;
  • dient bekend te zijn met de passages in het Draaiboek die betrekking hebben op de organisatie en uitvoering van de neonatale gehoorscreening;
  • dient in staat te zijn om een situatie goed te kunnen observeren;
  • dient vaardig te zijn in het geven van feedback.

De landelijke AABR-screener houdt zijn/haar kennis met betrekking tot  aanpassingen en actualisaties binnen het programma actueel.