Als gecertificeerd echoscopist interpreteer je de beelden van het TTSEO en deel je je bevindingen (direct) na het onderzoek mee aan de zwangere. Ben je counselor? Vertel de zwangere dan vooraf hoe zij de uitslag van het TTSEO krijgt.

Bij het TTSEO zijn er vier uitslagmogelijkheden


  • Geen bijzonderheden: er is geen aanwijzing voor een afwijking, vervolgonderzoek is niet nodig.
  • Aanwijzing voor een afwijking: je biedt de zwangere een gesprek en vervolgonderzoek (GUO geavanceerd echoscopisch onderzoek (geavanceerd echoscopisch onderzoek ) type 2) aan in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Ze bepaalt zelf of ze dit wil. 
  • Pyelectasie ≥7mm en <10mm: je voert bij de zwangere een vervolgecho uit als ze 32 weken zwanger is. Deze echo kan niet apart worden gedeclareerd. Zie NVOG kwaliteitsnorm foetale echoscopie().
  • Incompleet TTSEO: je herhaalt het onderzoek vóór 21+0 weken zwangerschap (voorwaarde is wel dat er een redelijke kans is dat je meer kunt zien).

Belangrijk bij het geven van de uitslag


  • Niet alle lichamelijke afwijkingen zijn te zien met een echo rond de 20 weken zwangerschap. 
  • Een niet-afwijkende uitslag is geruststellend, maar een kind kan toch een afwijking hebben.
  • Tegelijkertijd kan na een afwijkende uitslag ook blijken dat er niets aan de hand is en dat sprake was van een fout-positieve uitslag.
  • Bij het TTSEO kan de beeldvorming soms onvoldoende zijn, bijvoorbeeld vanwege door een ongunstige foetale ligging of maternale obesitas. In dat geval bied je eerst een vaginale echo aan. Bespreek dit altijd met de zwangere. 

Andere afwijkingen


Naast lichamelijke afwijkingen kun je ook andere afwijkingen vinden waarvoor vervolgonderzoek nodig is:

  1. Een afwijkende placenta, vasa praevia, myomen of maternale adnexafwijkingen.
  2. Sonomarkers (of softmarkers): dat is een echoscopische variant van de normale foetale anatomie, die vaak bij vervolgonderzoek niet meer aanwezig is. Wel verhogen bepaalde sonomarkers - sommige nauwelijks, sommige zeer sterk - de kans op chromosomale en niet-chromosomale afwijkingen bij het kind. Voor sommige (combinaties van) sonomarkers verwijs je de zwangere voor een GUO naar een Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Voor andere sonomakers is het nodig om later in de zwangerschap (30 weken zwangerschap) het onderzoek te herhalen. Zie het NVOG modelprotocol Onverwachte bevindingen bij het SEO. (PDF)

Het advies is:

  • registreer alle sonomarkers en meld ze aan de zwangere. Heeft een sonomarker geen verdere gevolgen? Leg de zwangere dan uit dat het gaat om een ‘anatomische variant zonder klinische betekenis’.

Geen foetale hartactie

Is er geen foetale hartactie aanwezig bij het TTSEO? Dan is sprake van een niet-vitale zwangerschap. Vang in dat geval de zwangere op en zorg voor passende ondersteuning. Neem zo snel mogelijk contact op met haar verloskundig zorgverlener en verwijs zo snel mogelijk door voor verdere begeleiding en zorg. 

Op www.clbps.nl vind je een handleiding voor het vastleggen van de uitslag van het TTSEO.