In de eerste week na de geboorte worden een paar druppels bloed afgenomen uit de hiel van je kind. Het laboratorium onderzoekt het bloed op een aantal ernstige, zeldzame aangeboren ziekten.
Waarom de hielprik?
De hielprik is belangrijk voor je kind. Met het hielprikonderzoek kunnen ernstige ziekten worden ontdekt. Deze zijn meestal niet te genezen, maar wel te behandelen. Bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Als een ziekte snel na de geboorte wordt ontdekt, kan de behandeling ook snel beginnen. Dit kan ernstige schade aan de lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling van je kind voorkomen.
Wanneer krijgt je kind de hielprik?
Je kind krijgt de hielprik in de eerste week na de geboorte.
Hiervoor is het belangrijk dat je snel na de geboorte aangifte doet bij de gemeente. Het liefst op de dag van geboorte of op de dag daarna, maar uiterlijk binnen drie dagen.
Een medewerker van de jeugdgezondheidszorg komt dan bij je thuis om de hielprik af te nemen. Soms wordt er van tevoren een afspraak gemaakt.
Hoe gaat de hielprik?
Je kind krijgt een prik in de hiel met een speciaal apparaatje. De hielprikmedewerker vangt een paar druppels bloed op op een hielprikkaart. Je kind kan even gaan huilen.
De uitslag
De uitslag van de hielprik is binnen vijf weken bekend. Meestal is de uitslag goed. Je krijgt dan een brief van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Is de uitslag niet goed? Dan neemt de huisarts zo snel mogelijk contact met je op.
Vervolgonderzoek
Is de uitslag niet goed? Het is dan nog niet zeker dat je kind een ernstige ziekte heeft. Eerst is vervolgonderzoek in het ziekenhuis nodig. Pas daarna weet je wat er precies aan de hand is.
Wat kost de hielprik?
Je betaalt niets voor de hielprik. Lees hier over de kosten van vervolgonderzoek of behandeling.
Wat je verder nog moet weten
Tijdens de zwangerschap krijg je van de verloskundige of gynaecoloog voorlichting over de hielprik. Je krijgt dan ook een folder: Hielprik en gehoortest bij pasgeborenen. Ook bij de aangifte van geboorte krijg je informatie over de hielprik.
Meedoen aan de hielprik is vrijwillig. De hielprikmedewerker vraagt je om toestemming, voordat je kind de hielprik krijgt.
Het laboratorium bewaart de hielprikkaart na het onderzoek vijf jaar voor wetenschappelijk onderzoek, als ouders daar bij de afname van de hielprik toestemming voor geven.
De uitslag van de hielprik komt in een landelijk informatiesysteem.