Hier vind je de antwoorden op de veelgestelde vragen. Je kunt vragen ook stellen aan jouw verloskundige of gynaecoloog.
Nee. Als je kiest voor de NIPT (niet-invasieve prenatale test ), dan krijg je altijd alle drie de uitslagen. Je kunt er niet voor kiezen om alleen de uitslagen op edwards- en patausyndroom te horen.
Ja. Je kunt deelnemen aan de NIPT (niet-invasieve prenatale test ). Bij zwangeren met ernstig overgewicht (obesitas) mislukt de test wel iets vaker en is de test ook iets minder betrouwbaar.
Nee. De laboratoria die de NIPT (niet-invasieve prenatale test )-analyse uitvoeren hebben vanuit de overheid geen vergunning voor het onderzoeken van de geslachtchromosomen.
Je krijgt de uitslag binnen 10 kalenderdagen.
Nee. De test ontdekt ongeveer 97 van de 100 kinderen met downsyndroom, 90 van de 100 kinderen met edwardssyndroom, 90 van de 100 kinderen met patausyndroom.
Ja. Kijk voor meer informatie op NIPT bij tweelingen.
Ja dat kan. Als het een locatie is van dezelfde bloedafnameorganisatie is het geen probleem en hoeft er niks te gebeuren. Is het een locatie van een andere organisatie? Neem dan contact op met je verloskundig zorgverlener. Die zorgt ervoor dat de keuze voor de organisatie wordt aangepast in de NIPT (niet-invasieve prenatale test )-aanvraag.
Nee dat kan niet. Als er een aanwijzing is voor een nevenbevinding die ernstig kan zijn voor jezelf of het kind, of die tot problemen tijdens de zwangerschap kan leiden, dan krijg je dat altijd te horen. Er is vervolgonderzoek nodig om zekerheid te krijgen.
Als de nevenbevinding in de placenta zit of lijkt te zitten, is er een hoger risico op problemen tijdens de zwangerschap. Je kind kan dan bijvoorbeeld minder goed groeien of je kunt zwangerschapsvergiftiging krijgen. Je verloskundig zorgverlener zal je bij zulke nevenbevindingen extra zorg en begeleiding geven. Denk daarbij aan extra controles, groei-echo’s of counseling over medicatie.
Voor vragen over de TRIDENT studies kun je kijken op de website van het NIPT consortium.