De arts geeft je de uitslag van het vervolgonderzoek. De uitslag kan zijn dat er niets aan de hand is. Maar er is ook een kans dat het onderzoek aangeeft dat je zwanger bent van een kind met een lichamelijke afwijking. Dit bericht kan je ongerust of verdrietig maken. En waarschijnlijk heb je veel vragen. Daarom krijg je snel een uitgebreid gesprek met een of meer artsen. Bijvoorbeeld een gynaecoloog, een klinisch geneticus of een kinderarts. Met wie je praat, kan verschillen. Dit hangt af van de afwijking die gevonden is.
 

Je kind heeft een afwijking

Als je kind een afwijking heeft, krijg je een gesprek met een of meer deskundigen van het Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Dat is een afdeling in een academisch ziekenhuis. Zij vertellen je meer over de afwijking van je kind en wat dit betekent. Wat is de verwachte kwaliteit van leven met deze afwijking? Welke behandelmogelijkheden zijn er? Hoe oud kan je kind worden? Welke beslissingen kun je nemen?

Mogelijkheden

Het hangt van de afwijking af, welke mogelijkheden er zijn. Dit kun je met de uitslag doen:

  • Je kunt zwanger blijven en het kind geboren laten worden. Je kunt je gaan voorbereiden op de komst van een kind met een aandoening of afwijking. Ook kun je extra zorg regelen voor je zwangerschap en bevalling.
     
  • Soms kan een afwijking zo ernstig zijn, dat het kind tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte zal overlijden. De verloskundig zorgverlener zal je hierbij goed begeleiden.
  • Je kunt er ook voor kiezen om de zwangerschap te laten beëindigen. Bij een 20 wekenecho heb je - vergeleken met de 13 wekenecho - minder tijd voor vervolgonderzoek. Je hebt dus ook minder tijd om na te denken over wat je met de uitslag doet. Praat erover met de deskundigen. En stel ze al je vragen. Kies je ervoor om de zwangerschap te beëindigen? Dit kan tot 24 weken zwangerschap.
     

Je beslist zelf wat je doet met de uitslag

Het kan erg moeilijk zijn om te besluiten wat je moet doen als je ongeboren kind een afwijking heeft. Het is belangrijk dat je een keuze maakt die bij je past.

Heb je behoefte aan ondersteuning?

Deskundigen bij het Centrum voor Prenatale Diagnostiek kunnen je verder helpen. Je kunt er ook over praten met je verloskundige, gynaecoloog of huisarts. Soms kan het ook helpen om te praten met een kinderarts, een klinisch geneticus (erfelijkheidsarts) of een maatschappelijk werker van het ziekenhuis. Vaak kun je ook terecht bij patiëntenorganisaties. Vraag ernaar bij je verloskundige, gynaecoloog of huisarts.

Praten met mensen die belangrijk voor je zijn

Het kan ook helpen om te praten met andere mensen die belangrijk zijn voor je, voordat je een beslissing neemt. Zoals je partner, je ouders, vrienden, een dominee of pastoor, een imam of rabbijn.

 

Meer informatie

Op de website van het Erfocentrum vind je ook informatie over wat je kunt doen als je hebt gehoord dat je ongeboren kind een afwijking heeft. Verschillende organisaties geven op hun website meer informatie over lichamelijke afwijkingen.