Is er een aanwijzing voor een afwijking? En is er vervolgonderzoek nodig om meer duidelijkheid te krijgen? Dan krijg je vervolgonderzoek aangeboden in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek, dat is een afdeling in een academisch ziekenhuis.
Een ander woord voor vervolgonderzoek is prenatale (tijdens de zwangerschap
) diagnostiek.
Er zijn verschillende soorten vervolgonderzoek:
Uitgebreide echo: GUO (geavanceerd echoscopisch onderzoek )
Heb je besloten dat je vervolgonderzoek wilt? Dan krijg je eerst een uitgebreid echoscopisch onderzoek. Dit heet: een geavanceerd ultrageluid onderzoek (GUO). Dit onderzoek lijkt op de 20 wekenecho maar duurt vaak langer. De apparatuur is nauwkeuriger dan die bij de 20 wekenecho. De gespecialiseerde echoscopist in het Centrum voor Prenatale Diagnostiek kan daardoor meer details van het kind zien. Soms kijkt een andere specialist mee bij het onderzoek. Het onderzoek doet geen pijn en is niet schadelijk voor je kind.
Vruchtwaterpunctie of bloedonderzoek
Soms stelt de arts daarna voor om een vruchtwateronderzoek of bloedonderzoek te doen. Dit hangt af van de afwijkingen die zijn gevonden bij het vervolgonderzoek. De arts legt het eerst allemaal goed aan je uit. Je beslist of je een van deze onderzoeken wilt.
-
Bij een bloedonderzoek geef je bloed af en dat wordt onderzocht in een laboratorium.
-
Bij een vruchtwateronderzoek prikt de arts met een naald in de buik en neemt een beetje vruchtwater af. Om je kind niet te raken, controleert de arts met een echo waar je kind ligt. Je kunt een vruchtwateronderzoek krijgen vanaf ruim 15 weken zwangerschap. Het duurt 3 tot 5 werkdagen voor je de uitslag hebt.
Soms is het nodig om - na een vruchtwateronderzoek - de chromosomen extra goed te bekijken. Dat duurt twee weken.
Kleine kans op miskraam
Er is een kleine kans op een miskraam na een vruchtwateronderzoek. Dit komt voor bij 2 van de 1000 vrouwen.