De 13 wekenecho

Als je in de periode tussen 12 weken en 3 dagen en 14 weken en 3 dagen op vakantie bent (of om een andere reden geen 13 wekenecho kunt laten doen), neemt jouw verloskundige of gynaecoloog met je door wat in jouw geval de beste oplossing is. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen te wachten tot er een 20 wekenecho mogelijk is.

Nee, dan kun je niet meedoen aan de 13 wekenecho. De echoscopist moet alles wat in beeld komt, vastleggen en aan je doorgeven.

Nee, de 13 wekenecho wordt niet herhaald. Wel zal de echoscopist je een vaginale echo aanbieden. Die krijg je meteen. Als je geen vaginale echo wilt, kun je die weigeren. Als ook met een vaginale echo niet alles in beeld is te brengen en er geen aanwijzingen voor afwijkingen zijn, zal de echoscopist opschrijven wat (nog) niet goed te zien was. Je kunt ervoor kiezen een 20 wekenecho te laten doen. Het is dan later in de zwangerschap. Er is bij 20 weken meer zichtbaar.

Als je in verwachting bent van een meerling, krijgt elk kind een afzonderlijk echo-onderzoek.

Het bepalen van het geslacht bij het de 13 wekenecho is op basis van de Nederlandse regelgeving verboden. De 13 wekenecho (in onderzoeksetting) is een medisch onderzoek. Het bepalen van het geslacht is niet het doel van deze echo, het staat niet in het protocol en valt niet onder de WBO Wet op het bevolkingsonderzoek (Wet op het bevolkingsonderzoek )-vergunning.
 
De zwangeren in Nederland moeten een weloverwogen beslissing kunnen nemen over een eventuele deelname aan de 13 wekenecho, onafhankelijk en niet beïnvloed door een mogelijke bepaling van het geslacht bij dit onderzoek. Dat geldt ook voor deelname aan de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test ).

Vergelijking met andere onderzoeken

Met de 13 wekenecho is niet vast te stellen of een kind down-, edwards- of patausyndroom heeft. Maar soms zijn bij de 13 wekenecho afwijkingen zichtbaar die kunnen voorkomen bij een kind met een down-, edwards- en patausyndroom (of een andere erfelijke aandoening). Hierbij is het belangrijk om te weten dat niet alle ernstige chromosoomafwijkingen gepaard gaan met afwijkingen die zichtbaar zijn bij een 13 wekenecho (of 20 wekenecho).

Je kunt bij een aanwijzing voor een afwijking kiezen voor vervolgonderzoek in een Centrum voor Prenatale Diagnostiek, dat is een afdeling die hoort bij een Universitair Medisch Centrum.

Voor alle duidelijkheid: de 13 wekenecho en de screening onderzoek (onderzoek ) op down-, edwards- en patausyndroom zijn twee verschillende onderzoeken gericht op andere aandoeningen en afwijkingen. Deze onderzoeken vervangen elkaar niet.

  • Bij de 13 wekenecho laat je onderzoeken of je kind lichamelijke afwijkingen heeft.
  • De NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test ) is een onderzoek naar chromosoomafwijkingen (down-, edwards- en patausyndroom).

Als je wilt laten onderzoeken of je kind down-, edwards- en patausyndroom heeft, kies dan voor de NIPT.

Bij de 13 wekenecho heb je meer tijd om te bepalen wat je met de uitslag doet. Stel dat de echoscopist bij 20 weken een afwijking denkt te zien. Dan is eerst extra onderzoek nodig om zekerheid te krijgen. Je wordt in dat geval doorverwezen naar andere zorgverleners. Meestal is er voldoende tijd voor vervolgonderzoek. Maar er kan in een korte periode ook veel op je afkomen. Als blijkt dat jouw ongeboren kind een ernstige afwijking heeft, kun je overwegen de zwangerschap te beëindigen. Dat kan tot uiterlijk 24 weken zwangerschap.

Voor overige vragen kun je terecht bij je verloskundig zorgverlener.