Jij en je baby kunnen tijdens de zwangerschap en na de geboorte verschillende onderzoeken laten doen. Ook kan je vaccinaties krijgen. Je leest hier welke onderzoeken en vaccinaties dat zijn en wanneer ze plaatsvinden. Je kunt ook video’s bekijken of doorklikken naar meer informatie.
- Tussen 8 en 13 weken: Bloedonderzoek zwangeren
- Vóór week 10: Uitgebreid gesprek
- Vanaf week 10: NIPT
- Tussen 12 en 14 weken: 13 wekenecho
- Tussen 18 en 21 weken: 20 wekenecho
- 22 weken: Prik tegen kinkhoest
- Vanaf 22 weken: Griepprik
- 27 weken: Aanvullend bloedonderzoek
- 30 weken: Prik met anti-D
- 1e week na geboorte: Hielprik (bloedonderzoek)
- 1e maand na geboorte: Gehoortest
Bent u zwanger?
Maak zo snel mogelijk een afspraak met de verloskundige of gynaecoloog.
Tussen 8 en 13 weken: Bloedonderzoek zwangeren
Het laboratorium onderzoekt of uw baby ziek kan worden, omdat u een van de infectieziekten hiv, syfilis of hepatitis B heeft. Of door antistoffen tegen bloedgroepen in uw bloed. Bijna altijd is behandeling mogelijk om uw baby te beschermen.
Video Bloedonderzoek zwangeren
U bent zwanger.
Tijdens uw eerste afspraak met de
verloskundige of gynaecoloog...
krijgt u informatie over bloedonderzoek.
Met dit bloedonderzoek wordt gekeken
of uw baby ziek kan worden...
omdat u een infectieziekte heeft...
of door antistoffen tegen bloedgroepen in uw bloed.
Het is belangrijk dat u het bloedonderzoek vroeg
in de zwangerschap laat doen.
Als het nodig is, kan een behandeling dan vroeg starten.
Met zo’n behandeling is de kans veel kleiner
dat de baby ook ziek wordt.
Het laboratorium onderzoekt uw bloed op de infectieziekten...
hiv, syfilis en hepatitis B.
Als u deze heeft, kan uw baby ook ziek worden.
Heeft u hiv of syfilis, dan krijgt u medicijnen.
Heeft u het hepatitis B-virus?
Uw baby krijgt dan na de geboorte gelijk twee prikken.
Eén met kant-en-klare antistoffen tegen het hepatitis B-virus...
en de eerste vaccinatie van een serie.
Door de behandeling is de kans heel klein...
dat uw baby de infectieziekte ook krijgt.
In hetzelfde buisje bloed...
onderzoekt het laboratorium uw bloed ook op bloedgroepen...
en op antistoffen tegen bloedgroepen.
Soms maakt een moeder antistoffen
tegen het bloed van haar baby.
De moeder krijgt dan extra onderzoek.
Als zij antistoffen maakt, merkt zij daar zelf niks van.
Maar haar baby kan dan bloedarmoede krijgen.
Of geelzucht na de geboorte.
De baby krijgt een behandeling als dat nodig is.
Heeft u bloedgroep Rhesus D-negatief?
Of Rhesus kleine c-negatief?
Dat is heel normaal.
Maar de kans is dan wel wat groter dat u antistoffen
maakt tegen het bloed van uw baby.
U krijgt daarom extra onderzoek als u 27 weken zwanger bent.
Bent u Rhesus D-negatief?
Dan bepaalt het laboratorium in uw bloed...
ook de Rhesus D-bloedgroep van uw baby.
Als het nodig is, krijgt u prikken om te zorgen
dat u geen antistoffen maakt.
Kijk voor meer informatie...
ook de films over bloedgroep Rhesus D-negatief
en Rhesus kleine c-negatief.
Kijk voor meer informatie over het bloedonderzoek
zwangeren op www.pns.nl
Vóór week 10: Uitgebreid gesprek
U kunt laten onderzoeken of uw baby downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom heeft met de NIPT (niet-invasieve prenatale test ). Ook kunt u laten onderzoeken of uw baby lichamelijke afwijkingen heeft. Dit kan met de 13 wekenecho en de 20 wekenecho. U kiest zelf of u deze onderzoeken wilt. Wilt u meer weten over deze onderzoeken? De verloskundige of gynaecoloog vertelt u hier meer over in een uitgebreid gesprek.
Vanaf week 10: NIPT
U kunt laten onderzoeken of uw baby downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom heeft. De NIPT (niet-invasieve prenatale test ) is een bloedonderzoek.
Video NIPT
U bent zwanger.
Met de NIPT kunt u in uw bloed laten
onderzoeken of de baby in uw buik...
downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom heeft.
Een baby met een van deze aandoeningen...
heeft een afwijking aan een chromosoom.
De NIPT kan ook andere afwijkingen aan
de chromosomen van uw baby vinden.
Dit heet ‘nevenbevindingen’.
Kiest u voor de NIPT?
Dan kunt u ook naar deze
nevenbevindingen laten kijken.
Hoe gaat de NIPT?
U kunt de NIPT laten doen vanaf 10 weken zwangerschap.
Het laboratorium onderzoekt uw bloed en
binnen 10 dagen krijgt u de uitslag.
Uw verloskundige of gynaecoloog
vertelt hoe u de uitslag krijgt.
Is de uitslag ‘niet-afwijkend’?
De kans dat uw baby dan downsyndroom,
edwardssyndroom of patausyndroom heeft...
is zeer klein.
Van 1000 zwangeren met deze uitslag...
is minder dan 1 vrouw toch zwanger
van een baby met...
downsyndroom, edwardssyndroom
of patausyndroom.
U krijgt geen vervolgonderzoek.
Is de uitslag ‘afwijkend’?
Dat betekent dat u misschien zwanger
bent van een baby met...
downsyndroom, edwardssyndroom
of patausyndroom.
U kunt kiezen voor vervolgonderzoek
als u het zéker wilt weten.
Heeft u ervoor gekozen om ook te laten
onderzoeken of uw baby misschien...
andere chromosoomafwijkingen heeft?
Dan krijgt u ook de uitslag over nevenbevindingen.
De NIPT valt onder prenatale screening.
U kiest zelf of u de NIPT wilt.
Uw verloskundige of gynaecoloog
kan u er meer over vertellen.
Meer weten?
Kijk ook op www.pns.nl.
Tussen 12 en 14 weken: 13 wekenecho
U kunt uw baby laten onderzoeken op ernstige lichamelijke afwijkingen. Deze zijn niet altijd goed te zien. De baby is nog klein.
Video 13 en 20 wekenecho
De 13 wekenecho en de 20 wekenecho.
U bent zwanger. U kunt dan met een echo laten onderzoeken of de baby in uw buik een lichamelijke afwijking heeft. U kunt kiezen voor de 13 wekenecho en de 20 wekenecho.
Bij 13 weken is uw baby nog klein. Maar sommige, vaak ernstige afwijkingen zijn al wel te zien. Bij 20 weken is uw baby groter. De echoscopist kan meer details zien.
Hoe gaat de echo? De echoscopist beweegt de echokop over uw blote buik en bekijkt zo uw baby. Dit duurt ongeveer een half uur. De echo doet geen pijn, is niet gevaarlijk en uw baby voelt er niks van. Vaak kunt u meekijken op een scherm.
Soms is een baby niet goed te zien. De 13 wekenecho wordt dan niet opnieuw gedaan. De 20 wekenecho wel.
Bij ongeveer 95 van de 100 zwangeren is de uitslag goed. De echoscopist ziet dan geen lichamelijke afwijkingen bij uw baby. Ook bij een goede uitslag kan uw baby toch een afwijking hebben.
Denkt de echoscopist een afwijking bij uw baby te zien? Dan kan vervolgonderzoek nodig zijn om te weten wat er precies aan de hand is. U kiest zelf of u dit wilt. Denk er alvast over na. Wat wilt u doen als uw baby een ernstige afwijking blijkt te hebben?
De 13 wekenecho en de 20 wekenecho vallen onder prenatale screening. Bij de 13 wekenecho doet u mee aan een wetenschappelijke studie. U kiest zelf of u de 13 wekenecho en 20 wekenecho wilt. Uw verloskundige of gynaecoloog kan u er meer over vertellen.
Meer weten? Kijk ook op www.pns.nl.
Tussen 18 en 21 weken: 20 wekenecho
U kunt uw baby laten onderzoeken op lichamelijke afwijkingen. De baby is nu groter en er zijn meer details te zien.
Video 13 en 20 wekenecho
De 13 wekenecho en de 20 wekenecho.
U bent zwanger. U kunt dan met een echo laten onderzoeken of de baby in uw buik een lichamelijke afwijking heeft. U kunt kiezen voor de 13 wekenecho en de 20 wekenecho.
Bij 13 weken is uw baby nog klein. Maar sommige, vaak ernstige afwijkingen zijn al wel te zien. Bij 20 weken is uw baby groter. De echoscopist kan meer details zien.
Hoe gaat de echo? De echoscopist beweegt de echokop over uw blote buik en bekijkt zo uw baby. Dit duurt ongeveer een half uur. De echo doet geen pijn, is niet gevaarlijk en uw baby voelt er niks van. Vaak kunt u meekijken op een scherm.
Soms is een baby niet goed te zien. De 13 wekenecho wordt dan niet opnieuw gedaan. De 20 wekenecho wel.
Bij ongeveer 95 van de 100 zwangeren is de uitslag goed. De echoscopist ziet dan geen lichamelijke afwijkingen bij uw baby. Ook bij een goede uitslag kan uw baby toch een afwijking hebben.
Denkt de echoscopist een afwijking bij uw baby te zien? Dan kan vervolgonderzoek nodig zijn om te weten wat er precies aan de hand is. U kiest zelf of u dit wilt. Denk er alvast over na. Wat wilt u doen als uw baby een ernstige afwijking blijkt te hebben?
De 13 wekenecho en de 20 wekenecho vallen onder prenatale screening. Bij de 13 wekenecho doet u mee aan een wetenschappelijke studie. U kiest zelf of u de 13 wekenecho en 20 wekenecho wilt. Uw verloskundige of gynaecoloog kan u er meer over vertellen.
Meer weten? Kijk ook op www.pns.nl.
22 weken: Prik tegen kinkhoest
De prik beschermt u en uw kind tegen kinkhoest.
Video Kinkhoest
Kinkhoest is voor baby’s een ernstige ziekte. Vlak na de geboorte zijn baby’s
niet beschermd tegen kinkhoest, vaccineren kan pas bij twee maanden.
Ze kunnen dan longontsteking of hersenschade krijgen en er zelfs aan
overlijden. Elk jaar komen zo’n 170 baby’s met kinkhoest in het ziekenhuis.
Maar als je je tijdens de zwangerschap laat vaccineren tegen kinkhoest,
gaan de antistoffen via de placenta naar de baby. Die is dan ook in de
eerste maanden na geboorte goed beschermd tegen kinkhoest.
Deze vaccinatie kan je halen vanaf tweeëntwintig weken en beschermt ook
tegen difterie en tetanus. Als jij de vaccinatie haalt dan krijgt je baby één
prik minder en start een maand later met vaccinaties.
Maak daarom een afspraak bij het consultatiebureau en haal de 22
wekenprik. Kijk voor meer informatie op www.22wekenprik.nl
Vanaf 22 weken: Griepprik
De griepprik beschermt uw kind na de geboorte direct tegen griep.
27 weken: Aanvullend bloedonderzoek
Heeft u bloedgroep Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief? Dan krijgt u nog een keer bloedonderzoek. Soms is meer onderzoek nodig. Of een behandeling.
Video over de bloedgroep Rhesus D-negatief
Vroeg in uw zwangerschap kunt u bloedonderzoek laten doen.
Dan wordt ook gekeken welke bloedgroep u heeft.
Mensen hebben verschillende bloedgroepen.
Dat is heel normaal.
Er zijn er meer dan driehonderd.
Eén van die bloedgroepen is Rhesus D.
U kunt Rhesus D-negatief of Rhesus D-positief zijn.
Bent u Rhesus D-negatief en is uw baby Rhesus D-positief?
Dan kunt u antistoffen maken tegen het bloed van uw baby.
Daar merkt u zelf niks van...
maar uw baby kan dan bloedarmoede krijgen.
Of geelzucht na de geboorte.
Het is belangrijk dat we dat op tijd weten...
zodat u en uw baby een behandeling kunnen krijgen.
Daarom krijgt u nog een keer bloedonderzoek
als u 27 weken zwanger bent.
Het laboratorium kijkt of u antistoffen heeft
gemaakt tegen het bloed van uw baby.
Zijn er geen antistoffen?
Dan hoeft dit bloedonderzoek niet meer herhaald te worden.
Zijn er wel antistoffen gevonden tegen het bloed van uw baby?
Dan krijgt u vaker bloedonderzoek.
En controleert de verloskundige of gynaecoloog vaker uw baby.
In week 27 onderzoekt het laboratorium in uw bloed
ook welke Rhesus D bloedgroep uw baby heeft.
Bent u Rhesus D-negatief en is uw baby Rhesus-D-positief?
U kunt dan antistoffen maken tegen het bloed van uw baby.
Als u 30 weken zwanger bent, krijgt u daarom een prik met anti-D.
U krijgt deze prik nog een keer vlak na de bevalling.
De prik helpt u om geen antistoffen tegen
het bloed van uw baby te laten maken.
Is uw baby net als u Rhesus D-negatief?
Dan hoeft u geen prik met anti-D.
Kijk voor meer informatie op www.pns.nl.
Video over de bloedgroep Rhesus c-negatief
Vroeg in uw zwangerschap kunt u bloedonderzoek laten doen.
Dan wordt ook gekeken welke bloedgroep u heeft.
Mensen hebben verschillende bloedgroepen.
Dat is heel normaal.
Er zijn er meer dan driehonderd.
Eén van die bloedgroepen is Rhesus kleine c.
U kunt Rhesus kleine c-negatief of Rhesus kleine c-positief zijn.
Bent u Rhesus kleine c-negatief en is
uw baby Rhesus kleine c-positief?
Dan kunt u antistoffen maken tegen het bloed van uw baby.
Daar merkt u zelf niks van...
maar uw baby kan dan bloedarmoede krijgen.
Of geelzucht na de geboorte.
Het is belangrijk dat we dat op tijd weten...
zodat uw baby een behandeling kan krijgen.
Daarom krijgt u nog een keer bloedonderzoek
als u 27 weken zwanger bent.
Het laboratorium kijkt of u antistoffen heeft
gemaakt tegen het bloed van uw baby.
Zijn er geen antistoffen?
Dan hoeft dit bloedonderzoek niet meer herhaald te worden.
Zijn er wel antistoffen gevonden tegen het bloed van uw baby?
Dan krijgt u vaker bloedonderzoek.
En controleert de verloskundige of gynaecoloog vaker uw baby.
Kijk voor meer informatie op www.pns.nl.
30 weken: Prik met anti-D
Heeft u bloedgroep Rhesus D-negatief? En heeft uw baby Rhesus D-positief? U krijgt een prik met anti-D. Na de bevalling krijgt u nog een keer een prik.
Na de geboorte
Hier komt nog tekst....
1e week na geboorte: Hielprik (bloedonderzoek)
Uw baby krijgt de hielprik in de eerste week na de geboorte. Dit is een bloedonderzoek. De hielprik kan ernstige, zeldzame ziekten opsporen. Als het nodig is, kan de behandeling dan snel beginnen. Dit kan ernstige schade aan de ontwikkeling van uw kind voorkomen.
Video Hielprik bij ouders thuis
*Warme muziek speelt*
Beeldtekst: De hielprik bij ouders thuis.
Iris en Alexis – Ouders van Bo:
Alexis:
Dit is onze dochter Bo.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Ik ben Chantal, ik kom de hielprik uitvoeren.
Hebben jullie dat foldertje over de screening ontvangen en gelezen?
Iris en Alexis – Ouders van Bo:
Ja, ja.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Heel goed.
Nou, we gaan zometeen een paar druppeltjes bloed bij Bo afnemen.
Voiceover:
In de eerste week na de geboorte komt een screener langs voor de hielprik-screening.
Met de hielprik wordt je baby onderzocht op een aantal ernstige, zeldzame ziektes.
Deze ziektes zijn behandelbaar en vroege opsporing is daarbij belangrijk.
Zo kan ernstige schade aan de gezondheid worden voorkomen.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Vinden jullie het goed als ik de hielprik uitvoer?
Iris en Alexis – Ouders van Bo:
Ja.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Oké.
Dan kun je het beste Bo even over je schouder heen doen zodat het voetje naar beneden hangt.
Dat zij rechtop ligt alsof ze een boertje moet laten.
Ja, heel goed.
Zit je comfortabel?
Iris – Moeder van Bo:
Ja.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Nou, dan ga ik even haar sokje uitdoen.
Dan ga ik even voelen of haar voetje warm genoeg is.
Dan hoor je zo een klein klikje, dat is het prikje, en daar kan ze even een reactie op geven.
*Klik*
Chantal Alting Siberg – Screener:
Wat doet ze het goed, joh.
Voiceover:
Voor het onderzoek in het laboratorium zijn een paar druppels bloed genoeg.
Als een kind één van de ziektes blijkt te hebben kan de behandeling snel starten.
Het is dus belangrijk dat je kind meedoet aan de hielprik.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Gaat het?
Ja?
Oké.
Nou, goed gedaan hoor.
Chantal stopt de bloedmonsters in een envelop.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Die gaat erin.
En deze envelop die gaat vandaag nog naar het laboratorium.
Voiceover:
De uitslag van de hielprik is binnen vijf weken bekend.
Als de uitslag goed is ontvang je binnen vijf weken bericht.
Chantal Alting Siberg – Screener:
Was alles duidelijk verder?
Ja?
Oké helemaal goed.
Iris – Moeder van Bo:
Ik kon me eigenlijk nog niet zoveel voorstellen bij de hielprik.
Maar het was zo gebeurd eigenlijk, het viel heel erg mee.
Beeldtekst: Informatie over de hielprik vind je in de folder: Screeningen bij pasgeborenen.
Kijk voor actuele informatie over de hielprik op: www.rivm.nl/hielprik
Met dank aan het Screenteam van GGD Amsterdam.
*Muziek stopt*
1e maand na geboorte: Gehoortest
Uw baby krijgt de gehoortest. Daarmee wordt onderzocht of uw baby goed genoeg hoort om te leren praten. Dit gebeurt meestal gelijk met de hielprik. Soms later op het consultatiebureau.
Video Gehoorscreening
In deze animatie wordt uitgelegd hoe de OAE gehoorscreening werkt.