Voor de beeldvorming heb je als echoscopist een inspanningsverplichting. Hier vind je een aantal richtlijnen rond het gebruik van color Doppler, het aanbieden en verrichten van vaginale echo’s, een incompleet onderzoek en onvoldoende beeldvorming. De beeldvorming bij het TTSEO kan soms onvoldoende zijn vanwege bijvoorbeeld een ongunstige foetale ligging of maternale obesitas. Daardoor kun je sommige orgaansystemen niet optimaal beoordelen en/of bepaalde metingen niet betrouwbaar uitvoeren.
Hoe ga je om met color Doppler?
Echoscopie is veilig voor de foetus. Wel is het belangrijk dat het onderzoek beperkt blijft tot wat medisch echt noodzakelijk is. Dit geldt met name voor het gebruik van color Doppler. Het gebruik van color Doppler is in de eerste weken van de zwangerschap af te raden. De energie die vrijkomt kan leiden tot een temperatuurstijging in de vruchtzak en de ontwikkeling van de foetus verstoren.
- Vanaf twaalf weken is de inhoud van de vruchtzak zo groot dat dit warmte-effect minder speelt. Terughoudendheid is echter op zijn plaats.
- Gebruik color Doppler alleen gedurende korte tijd voor visualisatie van de vulling van de ventrikels van het hart.
- Voor een veilig gebruik van ultrageluid in de zwangerschap moeten de TI (thermal index) en de MI (mechanical index) wel beide ≤1 blijven. De meeste echoapparaten zijn al geprogrammeerd om deze waardes in de veilige zone te houden.
Wanneer bied je een vaginale echo aan?
- Je moet de zwangere (en haar partner) altijd informeren over eventuele niet te beoordelen orgaansystemen en de mogelijke implicaties hiervan.
- Noteer dit in het bronsysteem.
Advies over de vaginale echo
De beeldvorming bij een vaginale echo is vaak beter dan die bij een abdominale echo in het tweede trimester: met name op detailniveau. Het advies is om in de volgende gevallen een vaginale echo aan te bieden:
- Als volgens protocol gewerkt is en blijkt dat de beeldvorming abdominaal onvoldoende is.
- Als iets niet in beeld is te brengen, zoals bij een ongunstige foetale ligging, maternale obesitas, een litteken of een buikwandcorrectie.
Een zwangere mag de vaginale echo uiteraard weigeren.
- Als de zwangere een vaginale echo weigert, breng je haar als de echoscopist op de hoogte van de gevolgen. Vertel dat niet alles zichtbaar is en waarom (bijvoorbeeld omdat de foetus ongunstig ligt). Zeg ook welke organen of structuren niet gezien zijn en dat er op dat moment geen aanwijzingen zijn voor een afwijking. Laat de verloskundig zorgverlener van de zwangere weten dat geen vaginale echo is verricht omdat de zwangere dat niet wilde. Leg dit vast in het echoverslag.
Let op: het verrichten van een vaginale echo is een voorbehouden handeling in de zin van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Dit betekent dat je deze handeling niet zonder meer mag uitvoeren als je echoscopist bent. Als je een vaginale echo uitvoert in het kader van een TTSEO moet je voldoen aan de Kwaliteitseisen verrichten vaginale echo’s bij een ETSEO of TTSEO.
Is het TTSEO incompleet door onvoldoende beeldvorming?
- Herhaal de echo dan op korte termijn, liefst tijdens hetzelfde bezoek (na 15-30 minuten rondlopen van zwangere, maar niet na 21+0 weken). Dit is belangrijk omdat de zwangere mogelijk vervolgonderzoek nodig heeft en ze bij een verwijzing naar een Centrum voor Prenatale Diagnostiek ook nog enige tijd moet wachten op de uitslag.
- Is na herhaling nog steeds sprake van een incompleet TTSEO door onvoldoende beeldvorming? Verwijs de zwangere dan naar een Centrum voor Prenatale Diagnostiek.
- Is er geen aanwijzing voor een afwijking? Maar is de beeldvorming niet optimaal, bijvoorbeeld vanwege maternale obesitas? Dan hoef je het TTSEO niet te herhalen, er is ook geen verwijzing nodig.
Versie | Datum | Samenvatting wijziging |
---|---|---|
test | nog vullen | |
test |