Dit opdrachtformulier wordt ingevuld door het RIVM-CvB Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek ). De Programmacommissie keurt de uiteindelijke opdrachtformulering goed. De Programmacommissie keurt de uiteindelijke opdrachtformulering goed.

De opdrachtomschrijving biedt de kaders waarbinnen de werkgroep de opdracht uitvoert. Het document bestaat uit twee onderdelen: de inhoudelijke opdrachtomschrijving en de procesmatige opdrachtomschrijving.

Aanleiding (situatie, complicatie(s))

Sinds 1 april 2023 is de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test ) een regulier onderdeel van het programma prenatale tijdens de zwangerschap (tijdens de zwangerschap ) screening onderzoek (onderzoek ). Een aspect hiervan is het landelijke kwaliteitsbeleid en kwaliteitsborging m.b.t. de NIPT. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de programmacommissie de Werkgroep Kwaliteit NIPT ingesteld.

Opdrachtformulering

De werkgroep wordt gevraagd het kwaliteitsbeleid en kwaliteitsborging m.b.t. de NIPT te ontwikkelen, door middel van het opstellen en onderhouden van:

  • Landelijke kwaliteitseisen t.b.v. de uitvoerende partijen: bloedafnameorganisaties en screeningslaboratoria.
  • Afspraken t.b.v. de kwaliteitsborging van de NIPT door het referentiecentrum, zoals het uitvoeren van kwaliteitsmonitoring bij de bloedafnameorganisaties en screeningslaboratoria.
  • Landelijke afspraken en inrichting van de kwaliteitsborging (waaronder monitoring en evaluatie).

Beoogd eindresultaat en doel

De werkgroep draagt zorg voor een helder omschreven kwaliteitsbeleid en de beschrijving van de inrichting van de kwaliteitsborging. Met als uiteindelijk doel de kwaliteit en effectiviteit borgen van de prenatale screening op chromosoomafwijkingen met de NIPT. Om hiertoe te komen worden nieuwe wetenschappelijke inzichten gedeeld, landelijke afspraken gemaakt over kwaliteitsborging (waaronder monitoring en evaluatie, registratie en indicatoren) en worden kwaliteitseisen opgesteld, geactualiseerd, herzien dan wel aangevuld.

Verbeteringen doorvoeren naar aanleiding van nieuwe kennis
Indien nieuwe kennis beschikbaar komt, is het aan de werkgroep om beleid te wijzigen. Het referentiecentrum checkt ook regelmatig op nieuwe informatie maar eenieder die nieuwe input heeft kan dit agenderen in de werkgroep.

Zo nodig beantwoordt de werkgroep inhoudelijke vragen van of geeft inhoudelijke adviezen aan de Programmacommissie Prenatale Screening, met als doel de kwaliteit van het screeningsprogramma hoog te houden.

Afbakening

  • Het RIVM-CvB Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek ) is de gedelegeerde eindverantwoordelijke voor de NIPT in het programma prenatale screening namens het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en heeft derhalve de rol van besluitnemer binnen de bestuurlijke structuur. Het RIVM-CvB voert het secretariaat en zal de rol van voorzitter op zich nemen.
  • De regionale centra prenatale screening fungeren als regionale coördinator en zijn verantwoordelijk voor de regionale kwaliteitsborging van de NIPT.
  • De werkgroepleden dragen zorg voor inhoudelijke invulling van het kwaliteitsbeleid.
  • Het RIVM-CvB is verantwoordelijk voor aanpassingen op de website www.pns.nl.
  • De werkgroep Voorlichting & Deskundigheidsbevordering is verantwoordelijk voor het opstellen/onderhouden van kwaliteitseisen m.b.t. counseling NIPT.
  • De werkgroep laboratoria is verantwoordelijk voor het opstellen/onderhouden van technische kwaliteitseisen m.b.t. het uniform uitvoeren van de NIPT.
  • De werkgroep Kwaliteit SEO structureel echoscopisch onderzoek (structureel echoscopisch onderzoek ) is verantwoordelijk voor het beschrijven van het kwaliteitsbeleid en de beschrijving van de inrichting van de kwaliteitsborging m.b.t. het structureel echoscopisch onderzoek.

Organisatie

De werkgroep bestaat uit een vaste groep leden. De samenstelling kan in de loop van de tijd wijzigen, bijvoorbeeld bij nieuwe inzichten of als er voor een bepaald aspect onvoldoende kennis of ervaring is binnen de werkgroep.

Benodigde expertise

In deze werkgroep is de volgende expertise benodigd: 

  • Inhoudelijke expertise t.b.v. het opstellen/onderhouden van kwaliteitseisen voor de uitvoering van de NIPT in de screeningslaboratoria (zowel voor het uitvoeren van de laboratorium test, als voor rapportage, dataverwerking en -opslag, monitoring).
  • Inhoudelijke expertise t.b.v. het opstellen/onderhouden van kwaliteitseisen voor de uitvoering van bloedafname.
  • Inhoudelijke expertise op het gebied van de regionale uitvoering.
  • Expertise op het gebied van genetica en screening.
  • Expertise op het gebied van eerstelijns verloskundige zorg.
  • Expertise op het gebied van tweede/derdelijns verloskundige zorg.
  • Expertise op het gebied van patiëntervaringen.

En verder: 

  • De leden van de werkgroep dienen daarnaast kennis van en affiniteit met de prenatale screening, kwaliteit, kwaliteitsborging en zorguitvoering te hebben.
  • De leden van de werkgroep vertegenwoordigen een in het kader van de prenatale screening relevante organisatie of instantie en worden door deze instantie of organisatie voorgedragen voor deelname vanuit hun expertise.
  • De leden zijn op de hoogte van de standpunten en belangen van de beroepsgroep of organisatie die ze vertegenwoordigen. 
  • De leden van de werkgroep zijn zelf verantwoordelijk voor afstemming met hun achterban over de inhoudelijke punten die in de werkgroep besproken worden. Voor specifieke vraagstukken kan de leden van werkgroep gevraagd worden om voorafgaand aan een bijeenkomst inhoudelijke punten af te stemmen met hun achterban.
  • Minimaal één van de leden van de werkgroep heeft expertise op het gebied van prenatale diagnostiek.

De werkgroepleden moeten afgevaardigd zijn vanuit hun organisatie of achterban. Op basis van bovenstaande gewenste expertise is gekomen tot onderstaande vertegenwoordiging: 

Organisatie
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-GZB
KNOV Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen )
NVOG Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie )
VKGL
VKGN Vereniging Klinische Genetica Nederland (Vereniging Klinische Genetica Nederland )
Platform Regionale Centra
NIPT Screeningslaboratoria
CLBPS
Ethicus (bij specifieke vraag)
Epidemioloog (bij specifieke vraag)

De rol van voorzitter en de rol van secretaris worden vervuld door het RIVM-CvB.

Looptijd en mijlpalen

De werkgroep komt naar verwachting 4 -5 keer bijeen per jaar.

Mandaat voor taken/activiteiten

Geen mandaat (niet-bindend).
De werkgroep rapporteert aan de Programmacommissie Prenatale Screening.

Na wijzigingen en of aanvullingen van kwaliteitseisen of andere voorstellen die de kwaliteit van de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test ) beogen te verbeteren, wordt dit voorgelegd aan de Programmacommissie Prenatale Screening. De Programmacommissie kan aangeven wat ontbreekt of overbodig is, maar reageert niet op detail niveau. Indien nodig toetst het Platform Regionale Screening, in overleg met de uitvoerende partijen, een voorstel of wijzigingen/aanvulling op uitvoerbaarheid. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij het RIVM-CvB Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek ).

Inschatting tijdsinvestering per werkgroep lid en gevolgen vergoeding

De bijeenkomsten van de werkgroep worden digitaal gehouden en duren maximaal 2 uur. Per bijeenkomst verwachten we een voorbereidingstijd van ongeveer 1 uur. Daarnaast is de verwachting dat werkgroepleden, indien nodig en indien zij dit willen, meewerken aan het inhoudelijk uitwerken van opdrachten. Naar schatting komt dit uit op ongeveer 6-8 uur per jaar.

De deelnemers ontvangen, indien van toepassing, een vergoeding op basis van de regeling vacatiegelden van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) per bijeenkomst waaraan zij hebben deelgenomen. Voor extra inspanningen zoals het inhoudelijk uitwerken van onderwerpen voor de werkgroep, kunnen extra vacatiegelden worden aangevraagd.
Indien deelname aan de werkgroep onderdeel is van het reguliere takenpakket van het betreffende werkgroeplid, is vacatiegeld of aanvullende vergoeding niet van toepassing.

Overige opmerkingen

Geen

November 2024