De procesmonitor van de Prenatale Screening op Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie ( PSIE Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie)) is in juni opgeleverd. Deze monitor omvat de gegevens van zwangeren met een bloedafnamedatum van het eerste bloedonderzoek voor de PSIE in 2022. De monitor met kerncijfers van de PSIE voor Nederland wordt jaarlijks uitgevoerd door TNO, in opdracht van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-Centrum voor bevolkingsonderzoek ( CvB Centrum voor Bevolkingsonderzoek (Centrum voor Bevolkingsonderzoek)). 

De procesmonitor is te vinden op www.pns.nl

Zeer hoog bereik, geen congenitale infecties

Enkele belangrijke kerncijfers: in 2022 zijn in Nederland 167872 zwangeren gescreend en was het deelnamepercentage ruim 99 procent. Ook in de voorgaande jaren was de deelname steeds hoger dan 99 procent. Het bevolkingsonderzoek heeft als doel hepatitis B, hiv, congenitale syfilis en hemolytische ziekten van de foetus en/of de pasgeborene te voorkomen. In Nederland is de prevalentie van hiv, hepatitis B en syfilis onder zwangeren zeer laag en komt (congenitale) infectie bij pasgeborenen nauwelijks voor. In de periode waarover in deze monitor gerapporteerd wordt zijn er geen kinderen met congenitale syfilis of hiv geboren. Bijna alle kinderen van hepatitis B-positieve moeders hebben HBIg toegediend gekregen om transmissie van het hepatitis B-virus te voorkomen. Bij 2 kinderen is dit door de ouders geweigerd.

Continuïteit screeningsprogramma PSIE goed geborgd

De monitor over 2022 bevat gegevens van vrouwen die zwanger waren tijdens het derde jaar van de uitbraak van het coronavirus. Verder nam vanaf maart 2022 de immigratie sterk toe, vooral vanwege de oorlog in Oekraïne. Net als voorgaande jaren is de continuïteit van het screeningsprogramma steeds goed geborgd gebleven. 

Tijdigheid van uitvoering

De tijdigheid van het eerste bloedonderzoek én de tijdige toediening van antenataal anti-D bij RHD negatieve zwangeren blijven belangrijke aandachtspunten.
Uit de procesmonitor 2022 blijkt dat het eerste bloedonderzoek bij 73,9% van de zwangeren tijdig (vóór week 13) wordt uitgevoerd. Er is de laatste jaren een dalende trend zichtbaar in het tijdig uitvoeren van het eerste bloedonderzoek. Een mogelijke verklaring hiervoor is de invoering van de NIPT niet-invasieve prenatale test (niet-invasieve prenatale test) in april 2017. In 2022 gold nog dat de NIPT pas vanaf week 11 van de zwangerschap mocht worden uitgevoerd. Omdat vermoedelijk bij voorkeur in 1 keer bloed voor zowel NIPT als PSIE werd afgenomen, kan hierdoor de bloedafname voor de PSIE te laat zijn uitgevoerd. Bloedonderzoek voor de PSIE moet bij voorkeur vóór week 13 worden uitgevoerd om syfilis tijdig te kunnen behandelen. Bij gecombineerde bloedafname voor PSIE en NIPT is week 11 of 12 optimaal.

Een tweede belangrijk aandachtspunt is de tijdige toediening van antenataal anti-D bij RhD-negatieve zwangeren. Bij 17% wordt het antenatale anti-D te vroeg, al in week 27-29, toegediend. Te vroege toediening is niet wenselijk omdat anti-D geleidelijk door het lichaam wordt afgebroken, waardoor de bescherming rondom de bevalling onvoldoende kan zijn.