De Monitor Neonatale Hielprikscreening 2019 is gepubliceerd. TNO maakt elk jaar het rapport met kerncijfers over de neonatale (na de geboorte ) hielprikscreening (NHS (neonatale hielprikscreening )) voor Europees Nederland. TNO krijgt hiervoor opdracht van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-Centrum voor Bevolkingsonderzoek. Er wordt elk jaar een aparte monitor gemaakt over de hielprikscreening in Caribisch Nederland.
Voorspellende waarde hielprik gestegen
In 2019 zijn in Europees Nederland 500 kinderen verwezen uit de hielprikscreening (0,3 procent). Daarvan hadden ten minste 211 kinderen een ziekte waarop gescreend wordt. De positief voorspellende waarde van de hielprikscreening in Europees Nederland steeg naar 48 procent. Tussen 2014 en 2018 varieerde deze waarde van 24 procent tot 42 procent.
Deelnamegraad hoog
In 2019 was de deelnamegraad 99,3 procent (van 170.065 deelnemers). De deelnamegraad ligt daarmee al jaren boven de signaalwaarde van 99,0 procent.
Aanbeveling om hielprik eerder toe te dienen
De streefwaarde voor tijdigheid van de eerste hielprik (99,0 procent) is niet gehaald: 98,4 procent is binnen 168 uur gescreend. Een van de aanbevelingen is daarom acties te handhaven of intensiveren om de eerste hielprik eerder toe te dienen. Verder is 38 procent van de hielprikken in de aanbevolen periode van 72-96 uur na de geboorte uitgevoerd.
Verdiepend evaluatierapport
Naast de monitor is ook het verdiepend evaluatierapport van de neonatale hielprikscreening in Europees Nederland 2019 verschenen. TNO gaat daarin verder in op de resultaten van de indicatoren die betrekking hebben op het diagnostische traject. Dit rapport is voor de betrokken professionals.