Hielprik voor de baby van Miriam en Dennis
Plaatje 1
Tekst 1
Miriam en Dennis hebben een baby gekregen!
Miriam en Dennis zijn blij.
Vandaag is hun baby geboren.
Het is een meisje.
Ze heet Nikki.
Dennis gaat naar het gemeentehuis.
Hij vertelt dat de baby is geboren.
Plaatje 2
Tekst 2
De baby is een paar dagen oud
De baby is nu een paar dagen oud.
De baby kan nu een hielprik krijgen.
De hielprik kijkt naar sommige ernstige ziektes.
De hielprik kijkt niet naar alle ziektes.
Plaatje 3
Tekst 3
Waarom een hielprik?
Voor de hielprik neemt de zorgmedewerker wat bloed af bij baby Nikki.
In dit bloed kijken ze of Nikki een ernstige ziekte heeft.
Deze ziektes komen niet vaak voor.
Als een baby een ziekte heeft, krijgt de baby medicijnen of speciaal eten.
Het is dan belangrijk hier snel mee te beginnen. Dat is belangrijk voor de gezondheid van de baby.
Het is belangrijk om de hielprik te doen.
De hielprik is gratis. De hielprik is vrijwillig.
Wil jij geen hielprik voor je baby? Dan kun je dat tegen de zorgmedewerker zeggen.
Plaatje 4
Tekst 4
Wie doet de hielprik?
Een zorgmedewerker van het consultatiebureau komt thuis bij Miriam en Dennis.
Zij doet de hielprik.
Soms maakt de zorgverlener eerst een afspraak.
Maar soms komt de zorgverlener zonder afspraak bij jou thuis.
Soms doet de verloskundige of kraamverzorgster de hielprik.
Als jouw baby in het ziekenhuis ligt, dan doen ze de hielprik in het ziekenhuis.
Als jouw baby thuis is, dan doen ze eerst de gehoortest en daarna de hielprik. Lees hier meer over in de folder over de gehoortest.
Plaatje 5
Tekt 5
Hoe gaat de hielprik?
De zorgmedewerker geeft een prikje in de voet van baby Nikki.
Er komt een beetje bloed uit het voetje.
Het doet even pijn.
Nikki kan een beetje gaan huilen.
Als de hielprikkaart gevuld is met bloed, gaat de kaart in een envelop.
De zorgverlener stuurt het naar het laboratorium.
Daar onderzoeken ze het bloed.
Resultaat in 5 weken
Is alles goed?
Meestal is de uitslag goed.
Je krijgt dan een brief.
Dit is binnen 5 weken.
Soms kunnen ze in het bloed niet goed zien of de baby een ziekte heeft.
Dan doen ze de hielprik nog een keer.
Als de uitslag niet goed is, dan belt de huisarts jou. Of de huisarts komt bij je langs.
Dan moet jouw baby naar het ziekenhuis voor meer onderzoek.
Daarna weet jij of jouw baby de ziekte heeft of niet.
Plaatje 7
Tekst 7
Drager zijn, maar niet ziek
Soms is een baby drager van sikkelcelziekte. Dit is een bloedziekte.
De baby is dan niet ziek.
Met de hielprik kunnen ze zien of jouw baby drager is.
Wil jij het weten als jouw baby drager is van sikkelcelziekte?
Zeg het tegen de zorgverlener die de hielprik doet.
Je krijgt het dan te horen als jouw baby drager is van sikkelcelziekte.
Wil je hier meer over weten? Vraag het je verloskundige of huisarts.
Plaatje 8
tekst 8
Een goede gezondheid
Een baby kan ook een andere ziekte hebben of krijgen.
De hielprik kijkt niet naar alle ziektes.
Ga naar jouw huisarts als jij denkt dat er iets niet goed is met jouw baby.
Plaatje 9
Tekst 9
Wat doen ze met de hielprikkaart?
Na de hielprik kunnen ze de kaart 5 jaar bewaren.
Ze kunnen de kaart en de gegevens van jouw baby dan gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek.
Dit is onderzoek om de hielprik nog beter te maken.
Dit kan alleen als jij dat goed vindt.
De zorgmedewerker zal daarom vragen of jij toestemming geeft.
Dit onderzoek gebeurt anoniem, dus zonder de naam en adres van jouw baby.
Geef jij geen toestemming? Dan gooien ze de kaart na 1 jaar weg.
tekst 10
Wil je meer weten over de hielprik?
Kijk op www.pns.nl/hielprik of stel je vraag aan de verloskundige.
Deze publicatie is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven
www.rivm.nl
December 2022