Kwaliteitseisen | Versie 4.0 | Vastgesteld op 5 september 2022 | Pagina als pdf opslaan? Ctrl+p of Command+p |
Je leest hier welke kwaliteitseisen aan de opleiding van counselors prenatale (tijdens de zwangerschap ) screening (onderzoek ) gesteld worden.
Bij de opleiding van counselors zijn verschillende soorten opleidingsinstituten betrokken; initiële verloskunde opleidingen en nascholingsinstituten die de basiscursus counseling prenatale (tijdens de zwangerschap ) screening (onderzoek ) aanbieden. Deze opleidingsinstituten zijn, op basis van kwaliteitseisen, erkend door de regionale centra als counselingsopleiding. De kwaliteitseisen zijn bedoeld om na te gaan of de opleiding counseling opleidt tot het gewenste eindniveau van counseling bij de cursist. Zo helpt dit document bij de toetsing van de verschillende opleidingsinstituten door de regionale centra.
- Afstemming opleidingsinstituten
- Periodiek overleg
- Achtergrond docenten
- Klachtenregeling
- Eindbeoordeling
Uitgangspunten opleiding
Afstemming opleidingsinstituten
De opleidingsinstituten dienen onderling afstemming te zoeken voor de invulling van het theoretische deel van de opleiding. Verder wordt het Regionaal Centrum in de betreffende regio betrokken bij de uitvoering van de scholing.
Periodiek overleg
Om betrokkenheid tussen de opleidingen en de Regionale Centra te bevorderen, wordt er één keer per twee jaar overleg ingesteld tussen vertegenwoordigers van de verschillende opleidingen, de toetsingscommissie opleidingen counseling van de Regionale Centra en een afgevaardigde van het RIVM-CvB (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek ). In dit overleg worden eventuele nieuwe ontwikkelingen besproken, worden eventuele knelpunten naar voren gebracht en wordt open van gedachten gewisseld. De toetsingscommissie neemt namens de Regionale Centra het initiatief voor het organiseren van deze bijeenkomsten.
Achtergrond docenten
Als algemeen vereiste geldt dat docenten voldoende inhoudelijke kennis moeten hebben om hun bijdrage op een kwalitatief goed niveau te doceren. Een toelichting op de aandoeningen en afwijkingen waarop prenatale (tijdens de zwangerschap ) screening (onderzoek ) zich richt, de prenatale testen en keuzemogelijkheden kan gegeven worden door een klinisch geneticus en/of door een gynaecoloog. Ethische en levensbeschouwelijke aspecten van screening, risicocommunicatie en een theoretische basis voor counseling kunnen besproken worden door een psycholoog en/of ethicus en/of theoloog. Het onderdeel over de organisatie van Prenatale Screening, kwaliteitseisen, Peridos en informatiebeveiliging kan worden gepresenteerd door de bestuurder van een regionaal centrum. Voor de vaardigheidstraining worden minimaal twee (praktijk)ervaren trainers ingezet worden, zoals een docent samen met een actrice.
Klachtenregeling
De opleidingsinstituten zijn verplicht om een klachtenregeling volgens de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) te hebben.
Eindbeoordeling
De opleiding/cursus wordt afgesloten met een eindbeoordeling van de cursist. Deze eindtoets wordt beschouwd als integraal onderdeel van de opleiding. Inhoudelijk moet de eindtoets aansluiten bij de landelijk vastgestelde opleidingseisen. De eindtoets dient zowel een theoretisch deel als een praktisch deel te omvatten. Als theoretische toets kan de e- learning counseling prenatale screening van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) gebruikt worden.
De opleidingsinstituten dienen de cursisten, die de opleiding met goed gevolg hebben afgelegd, te voorzien van een certificaat waarop de naam van de cursist staat vermeld en de door de cursist behaalde resultaten. Uit de certificaten die worden uitgereikt moet duidelijk blijken dat de cursisten de theoretische toets met voldoende resultaat hebben afgesloten, actief hebben deelgenomen aan de vaardigheidstraining counseling over prenatale screening en de vaardigheidstoets met voldoende resultaat hebben gedaan.
Borging bekwaamheden
Doel van de opleiding of cursus met betrekking tot de counseling is dat de cursist na afronding over de onderstaande bekwaamheden beschikt. De bekwaamheden van een counselor zijn vertaald naar vijf leeruitkomsten. Een leeruitkomst beschrijft wat een professional geacht wordt te weten, te begrijpen en te kunnen toepassen na afronding van het leerproces. Bij iedere leeruitkomst staan thema’s benoemd die binnen de opleiding aan bod dienen te komen.
Bekwaamheden counselor
Een leeruitkomst beschrijft wat een professional geacht wordt te weten, te begrijpen en te kunnen toepassen na afronding van het leerproces.
De leeruitkomsten gelden voor zowel de basisopleiding als voor bijscholing. Uitgangspunt hierbij is dat een professional een leven lang leert in een dynamische context. Dit betekent bijvoorbeeld dat kennis kan worden verdiept of geactualiseerd en vaardigheden kunnen worden aangescherpt en verder ontwikkeld. Het professionele perspectief kan worden verbreed door te leren van en met collega’s. Persoonlijke leerbehoeftes kunnen veranderen omdat de werkomgeving verandert.
Kader beoordeling opleidingen
De Regionale Centra hebben de taak om aan de hand van een kwaliteitstoetsing, te bepalen welke opleidingen voldoen aan de gestelde eisen. Hiervoor is een toetsingscommissie opleidingen counseling samengesteld namens alle regionale centra. Elke twee jaar of bij grote wijzigingen in het programma prenatale (tijdens de zwangerschap
) screening (onderzoek
) worden de erkende opleidingen opnieuw beoordeeld. Dit gebeurt door middel van een (schriftelijke/digitale) visitatie. Om dit te kunnen doen, wordt desgewenst informatie aangevraagd bij de opleidingscentra. Gezien het specifieke Nederlandse kader waar binnen de prenatale screening wordt uitgevoerd, voldoet alleen een erkende Nederlandse opleiding.
Opleidingen die voldoen, worden gepubliceerd op de website van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). De Regionale Centra kunnen besluiten als onderdeel van de kwaliteitstoetsing een bezoek te brengen aan de opleidingsinstituten counseling.
Het kader van de toetsing is gebaseerd op de vijf beschreven bekwaamheden ofwel leeruitkomsten, zoals beschreven in paragraaf bekwaamheden. De bekwaamheden van een counselor prenatale screening. Met de toetsing wordt nagegaan:
1. in hoeverre de kenniscomponenten beschreven onder leeruitkomsten 1, 2, 3 en 4 getoetst worden door de opleidingen.
2. hoe de vaardigheden onder de leeruitkomsten 1, 2, 3, en 4 beoordeeld worden.
3. hoe de reflectie onder de vijfde leeruitkomst is verwerkt in de opleiding.
Procedure toetsing opleiding
De opleidingsinstituten kunnen bezwaar maken tijdens of na afloop van een kwaliteitstoetsing op grond van procedurele of inhoudelijke zaken aangaande een beoordeling. De opleidingsinstituten kunnen de bezwaarprocedure inzien op de website van het RIVM.
De vijf leeruitkomsten zijn:
Een counselor:
- Bespreekt keuzemogelijkheden.
De counselor bespreekt, zonder te sturen vanuit de eigen waarden, de keuzemogelijkheden die prenatale (tijdens de zwangerschap ) screening (onderzoek ) biedt: het recht van niet weten, geen onderzoek, onderzoek naar aangeboren aandoeningen (NIPT (niet-invasieve prenatale test )) en lichamelijke afwijkingen (13 wekenecho en 20 wekenecho).
- Bespreekt afwijkingen en aandoeningen.
De counselors bespreekt welke afwijkingen en aandoeningen mogelijk te vinden zijn met de NIPT, de 13 wekenecho en de 20 wekenecho, toetst of het begrepen is en geeft zo nodig specifiekere informatie.
- Stemt af op de zwangere en haar partner.
De counselor is bij het gesprek aandachtig aanwezig en bouwt een vertrouwensrelatie op. De counselor houdt rekening met het kennisniveau, het communicatieniveau en de persoonlijke context van de zwangere en haar partner. Hierbij heeft de counselor oog voor het bestaan van kennishiaten en misvattingen.
- Verkent waarden.
De counselor verkent samen met de zwangere en haar partner welke kernwaarden - in de context van prenatale screening - van belang zijn. Wat betekenen deze kernwaarden voor het al dan niet kennisnemen van mogelijke afwijkingen? Wat betekenen deze kernwaarden voor het vervolgtraject bij een vermoeden van een aangeboren afwijking.
Kennisbasis
- Informatie over de Wet op het Bevolkingsonderzoek, recht van niet weten, geïnformeerde keuze.
- Verschil in communicatieniveaus.
- Begrijpelijk communiceren met laaggeletterden.
- Begrijpelijk communiceren met zwangeren voor wie Nederlands een tweede taal is.
- Globale kennis over religie en levensbeschouwing in de verschillende culturen in relatie tot prenatale screening.
- Kennis over welke chromosomale en structurele afwijkingen worden onderzocht.
- Kennis over de aangeboren aandoeningen die worden onderzocht.
- Kennis over de levensverwachting en kwaliteit van leven van de verschillende aandoeningen en afwijkingen.
- Kennis over de behandelmogelijkheden tijdens of na de zwangerschap.
- Kennis van hoe (kern)waarden en normen gedrag beïnvloeden.
- Kennis van neutrale, waardevrije communicatie.
Een counselor:
- Exploreert kennisniveau en misvattingen
De counselor gaat na in hoeverre de zwangere en haar partner een geïnformeerde keuze kunnen maken door goede (door)vragen te stellen, afgestemd op de behoefte van de zwangere en haar partner.
- Bespreekt inhoud van onderzoeken
De counselor legt, afgestemd op de behoefte en het communicatieniveau van de zwangere en haar partner, uit wat de NIPT (niet-invasieve prenatale test )(niet-invasieve prenatale (tijdens de zwangerschap ) test), nevenbevindingen, de 13 wekenecho en de 20 wekenecho inhoudt.
Kennisbasis
- Mogelijke uitslagen en testeigenschappen
- NIPT
- Nevenbevindingen
- Eerste trimester SEO (structureel echoscopisch onderzoek )(structureel echoscopisch onderzoek) (13 wekenecho)
- Tweede trimester SEO (20 wekenecho)
- Privacy, screeninggegevensregistratie en gegevensgebruik
- Kwaliteitsborging en gegevensregistratie
- Eerste trimester SEO in het kader van een wetenschappelijke studie
Een counselor:
- Agendeert en begeleidt besluitvorming
De counselor agendeert en begeleidt de besluitvorming. De zwangere en haar partner kunnen in vrijheid een weloverwogen beslissing nemen over welke informatie zij willen krijgen over eventuele afwijkingen bij het kind. Zij weten welke keuzemogelijkheden van prenatale (tijdens de zwangerschap )(tijdens de zwangerschap)(tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek )(onderzoek)(onderzoek) hierbij aansluiten (geïnformeerde keuze).
Kennisbasis
- Kennis over vindbaarheid en inhoud van actuele landelijke voorlichtingsmaterialen zoals folders, websites, video’s etc.
Een counselor:
- Bespreekt het proces van de uitslag
De counselor geeft aan op welke wijze en via wie de zwangere en haar partner de uitslag krijgen. Indien de counselor zelf de uitslag geeft, doet zij dit direct, neutraal, duidelijk en begrijpelijk de uitslag aan de zwangere en haar partner. De counselor geeft aan welke rol zij kan spelen in de begeleiding tijdens een vervolgtraject. De counselor heeft aandacht voor hoe de uitslag wordt ervaren.
- Begeleidt vervolgbeslissingen
De counselor begeleidt de zwangere en haar partner bij het nemen van vervolgbeslissingen. De counselor hanteert een getrapt proces; bij alle deelbeslissingen is er sprake van het verkennen van keuzemogelijkheden en waarden, en hulp bij besluitvorming.
Kennisbasis
- Werkwijze communicatie uitslag binnen de eigen regio
- De organisaties die een rol hebben bij de uitvoering van prenatale (tijdens de zwangerschap )(tijdens de zwangerschap)(tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek )(onderzoek)(onderzoek) (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-CvB (Centrum voor Bevolkingsonderzoek )(Centrum voor Bevolkingsonderzoek)(Centrum voor Bevolkingsonderzoek), Regionale Centra voor Prenatale Screening, counselingspraktijken, counselors, echocentra, echoscopisten, laboratoria)
- ‘Sociale kaart’ eigen regio
- Inhoud gesprek PND-centrum
- Ultrageluid onderzoek (GUO (geavanceerd echoscopisch onderzoek )(geavanceerd echoscopisch onderzoek)(geavanceerd echoscopisch onderzoek))
- Vlokkentest
- Vruchtwaterpunctie
- (Genetische) diagnostiek
- Kennis van slechtnieuwsgesprek
De counselor onderzoekt vanuit praktijkervaringen het niveau van de kennis en vaardigheden van zichzelf over prenatale (tijdens de zwangerschap )(tijdens de zwangerschap)(tijdens de zwangerschap) screening (onderzoek )(onderzoek)(onderzoek). Dit vindt plaats op basis van feedback van cliënten, collega’s, andere professionals en zelfreflectie. De belangrijkste vragen daarbij zijn: Hoe heb ik gehandeld? Wat ging goed en waar liggen ontwikkelkansen? De counselor kijkt hierbij naar (de oorzaken van) het gedrag zoals beschreven in de leeruitkomsten en de vertaling van de (actuele) kennisbasis over prenatale screening naar het counselingsgesprek.
Zijn de leeruitkomsten in het raamwerk anders dan de leerdoelen van de basisopleiding?
De leeruitkomsten voor de bijscholing sluiten aan bij de leerdoelen van de basisopleiding. Bij leerdoelen gaat het naast het resultaat veelal om het proces: wat wordt van de cursist op welke manier wanneer verwacht en/of wat wil de docent bereiken. Daarbij zijn leerdoelen gekoppeld aan de lessen en vaak relatief concreet. Bij leeruitkomsten gaat om het resultaat en niet de manier waarop deze wordt bereikt. De counselor kan immers op basis van de eigen leerbehoefte bijscholing kiezen.
Versie | Datum | Samenvatting wijziging |
---|---|---|
4.0 | 5 september 2022 | vastgesteld door het RIVM-CvB (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek ) na positief advies van de Programmacommissie Prenatale Screening |