Door het bloed van zwangere vrouwen te screenen op hepatitis B, kan indien nodig vroegtijdig actie worden ondernomen om besmetting van het kind te voorkomen of minimaliseren.

U vindt hier informatie over de volgende onderwerpen:

Hepatitis B is een acute of chronische leverontsteking veroorzaakt door het hepatitis B-virus (HBV). Het HBV nestelt zich na binnenkomst in levercellen. De immunologische reactie van de gastheer bepaalt het klinische beeld en hangt sterk af van de leeftijd van de gastheer.

Verloop infectie

Korte termijn

Een hepatitis B-infectie kan heel acuut verlopen: van elke 1.000 patiënten overlijdt er een op korte termijn. Als het afweersysteem HBV tolereert, zoals vaak bij kinderen gebeurt, kan een asymptomatisch dragerschap ontstaan en blijft de ziekte onopgemerkt. Oudere kinderen en volwassenen hebben vaker verschijnselen zoals hangerigheid, koorts, uitslag of gewrichtsklachten, geelzucht en leverstoornissen.

Lange termijn

Langer durende aanwezigheid (meer dan zes maanden) van HBV kan leiden tot chronische ontsteking. Actieve chronische hepatitis B kan behandeld worden, maar therapie is niet altijd succesvol. Van alle chronische patiënten krijgt 15 tot 25% na kortere of langere tijd (in het algemeen pas na tientallen jaren) ernstige complicaties zoals levercirrose of levercelcarcinoom. Bovendien kan iemand met een chronische infectie anderen besmetten zonder dat zelf te weten.

Kinderen

Bij kinderen die tijdens of na de geboorte besmet raken, is de kans groot dat hepatitis B een chronische ziekte wordt: 85-90% krijgt chronische hepatitis B.

Hoe vaak komt het voor bij zwangeren?

Tussen 2007 en 2009 werd jaarlijks bij ongeveer 620 zwangere vrouwen hepatitis B-dragerschap vastgesteld, hetgeen overeenkomt met een prevalentie van 0,33% (van der Ploeg et al., 2010). De screening onderzoek (onderzoek ) voorkomt jaarlijks naar schatting tussen de 50 en 75 HBV-infecties bij pasgeborenen (Op de Coul et al., 2010).

Het hepatitis B-virus is erg besmettelijk en kan voorkomen in lichaamsvocht, zoals bloed, speeksel, vaginaal vocht, sperma, moedermelk en in ontlasting en transplantatieweefsel. Het virus is resistent tegen uitdroging, verhitting en ontsmettingsmiddelen. Het besmettingsgevaar blijft dus lang bestaan.

Moeder op kind transmissie

Wereldwijd is verticale overdracht van het virus door geïnfecteerde zwangeren op hun kinderen de belangrijkste oorzaak van transmissie van HBV, met name tijdens de bevalling en in mindere mate intra-uterien of tijdens de verzorging: 15% van de kinderen van HBsAg-positieve zwangeren raakt besmet en 70-90% van de kinderen als bij de zwangere ook HBeAg-e-antigeen  aanwezig is. Preventie van verticale transmissie is daarom een belangrijk middel in de bestrijding van HBV-infectie.
Overdracht van HBV kan ook binnen een gezin gebeuren. Deze overdracht wordt vaak onderschat.

Besmetting via borstvoeding?

Bij een HBsAg-positieve moeder is de concentratie HBV in moedermelk dusdanig laag, dat transmissie niet optreedt. Via tepelkloven is transmissie wel mogelijk, maar bij gevaccineerde kinderen is de kans op besmetting via borstvoeding verwaarloosbaar klein. Borstvoeding wordt ook bij hepatitis B-draagsters aanbevolen, tenzij geen HBIg is toegediend.

Laboratoriumdiagnostiek

De diagnostiek in het kader van de prenatale tijdens de zwangerschap (tijdens de zwangerschap ) screening onderzoek (onderzoek ) bestaat in eerste instantie uit het meten van het hepatitis B surface-antigeen (HBsAg: marker voor infectie en besmettelijkheid) in het serum. Bij een positieve uitslag wordt op hetzelfde monster een confirmatietest uitgevoerd. Is deze positief dan worden de volgende analyses verricht: bepaling van anti-HBc b(marker voor doorgemaakte infectie, zegt niets over genezing), HBeAg (marker voor hoge besmettelijkheid) en anti-HBe (marker voor lage besmettelijkheid).

Definitieve conclusie: de uitslag voor hepatitis B is ‘positief’ indien de screeningstest op HBsAg na confirmatie weer positief is.

Zie de richtlijn LCI Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (onderdeel RIVM) (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (onderdeel RIVM))  hepatitis B voor meer informatie over diagnostiek.

Behandeling van de zwangere

De ziekte kan zonder verschijnselen verlopen, waardoor zwangeren pas bij de screening onderzoek (onderzoek ) ontdekken dat zij HBsAg-positief zijn. Is er sprake van een actieve hepatitis B, dan moet de zwangere behandeld worden. Om de kans op besmetting van het kind te verlagen, worden zwangeren met een hoge ‘viral load’ (HBV-DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid ) >1,0x109 kopieën/ml of >2,0 x108 IE/ml) in het derde trimester behandeld. Dit verbetert ook de conditie van de zwangere.
Voor de behandeling moet de zwangere worden doorgestuurd naar een specialist (MDL Maag-, darm- en leverziekten (Maag-, darm- en leverziekten)-arts, internist, infectioloog). Als behandeling ingezet wordt, overlegt de verloskundige met de gynaecoloog over overdracht van de zorgverlening.

Behandeling van het kind

Risico op besmetting wordt verkleind door immunisatie en vaccinatie van pasgeborenen.

Toediening antistoffen

De verloskundig zorgverlener zorgt voor toediening van hepatitis B-immunoglobuline (HBIg) binnen 2 uur na de geboorte.

Vaccinatie

Binnen 48 uur na de geboorte krijgt het kind de eerste toediening van hepatitis B-vaccin (HB-vaccin). Het HB-vaccin wordt bij voorkeur gelijktijdig met het HBIg toegediend, maar wel in het andere been.
Omdat bij kinderen van hepatitis B-draagsters sprake is van post-expositieprofylaxe en niet van preventie als zodanig, is het extra belangrijk bij toediening van HBIg en HB-vaccin de aangegeven tijden aan te houden. De vaccinatie met HB-vaccin valt formeel buiten het bevolkingsonderzoek PSIE Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie ) en maakt deel uit van het RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma).

Vervolg vaccinaties

Consultatiebureaumedewerkers van de jeugdgezondheidszorg (JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)) verzorgen in het kader van het RVP de vaccinaties op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden. De Gezondheidsraad adviseert om twee maanden na de laatste hepatitis B-vaccinatie serologisch onderzoek te verrichten bij alle kinderen van draagsters om na te gaan of het kind voldoende beschermd is of ondanks vaccinatie toch geïnfecteerd is geraakt. Serologische controle moet worden aangevraagd door de huisarts en wordt niet vergoed binnen het kader van RVP.

Eind 2011 hepatitis B-vaccinatie alle baby’s

De Gezondheidsraad heeft geadviseerd alle zuigelingen te vaccineren tegen hepatitis B. In veel westerse landen zit de vaccinatie al langer in het vaccinatieprogramma. De minister heeft besloten over te gaan tot algemene hepatitis B-vaccinatie van alle kinderen geboren op of na 1-8-2011. Deze vaccinatie maakt onderdeel uit van het DKTP Difterie, kinkhoest, tetanus, polio (Difterie, kinkhoest, tetanus, polio)-Hib-HepB-vaccin.

Meer informatie:

Hepatitis B is een aangifteplichtige ziekte. Zowel de arts als het laboratorium dienen hepatitis B binnen 24 uur na de definitieve diagnose te melden bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst ). De melding is niet anoniem.